Poeziecentrum

Wij werken momenteel haastig aan de mobiele versie van onze vernieuwde website!
U kan de oude website nog raadplegen voor verdere informatie,
of u kan hem bekijken op uw desktop.

Poeziecentrum

Als ijzer zo stil - Zheng Xiaoqiong, vert. Silvia Marijnissen

IJzer is waarschijnlijk het beeld waarmee de poëzie van Zheng Xiaoqiong het meeste is geassocieerd. Dat harde, koude, scherpe en vaak geroeste ijzer vertegenwoordigt de mechanisatie van de maatschappij. Haar gedichten, met sterke tegenstellingen, personificaties en afgebroken zinssneden, laten zien hoe de mens zelf door de industrialisatie tot een onderdeel van de machinerie wordt gemaakt: naamloos, een nummer aan een lopende band, zonder rechten.

Tegenover die ontmenselijking stelt Zheng, veelal via natuurlijke elementen, de onzekerheid, fragmentatie, ontwrichting en kwetsbaarheid van de mens, die door de omstandigheden (lange werkdagen, herhaling van dezelfde beweging, giftige stoffen) lijden aan chronische vermoeidheid, ernstige beroepsziektes, heimwee – ze verkeren in een hopeloze situatie. Zowel lichamelijk als geestelijk wordt de mens door het ijzer vermorzeld tot hij zelf als het ware gevoelloos ijzer wordt, want wie wil overleven in die wereld mag niet kwetsbaar zijn.

Zheng Xiaoqiong (1980) trok in 2001 naar Dongguan, een van de grote industriecentra in Zuid-China, in de hoop op een beter leven. Ze werkte er in verschillende fabrieken en begon daar gedichten over te schrijven. Met dat indringende werk groeide Zheng uit tot een icoon: ze publiceerde zo’n tien dichtbundels, won vele prijzen en is in vele talen vertaald. In 2019 was ze te gast op het Rotterdam Poetry International Festival.

Silvia Marijnissen (1970) is vertaalster van Chineestalige literatuur. Ze vertaalde romans van Nobelprijswinnaar Mo Yan en van Eileen Chang, moderne poëzie van vele dichters uit China en Taiwan, en klassieke landschapspoëzie. Samen met Anne Sytske Keijser en Mark Leenhouts vertaalde ze de 18-eeuwse klassieker De droom van de rode kamer, waarvoor ze de Filter-vertaalprijs kregen.

De witte zon van de dood - Claude van de Berge

Verlangt poëzie een verklaring? Beelden en metaforen zeggen alles wat gezegd moet worden, maar toch blijft daarna de vraag: Wat zeggen ze?

In De witte zon van de dood plaatst Claude van de Berge de vraag van bestaan en niet bestaan binnen de Einsteiniaanse wet van het behoud van energie: energie is eeuwig, de mens is energie, dus is de mens eeuwig. Als energie eeuwig is, bestond ze voor het ontstaan van het universum, voor het ontstaan van de miljarden andere universa. Het raadsel van het bestaande en het niet-bestaande vormt een antropokosmische eenheid, de eenheid die de mysticus Rumi ‘het oneindige van de schoonheid noemde’ en in deze gedichten het centrale thema is. De ritmen wekken de indruk van een sprekende stem, maar tegelijk streeft hij een sacraliserende, liturgische taal na, om ook het hogere, het sublieme, uit te drukken.

Verhalende gedichten wisselen met filosofische, bespiegelende of bezwerende teksten. Een taal die door de melodische spanningsbogen de woorden opent voor het onuitsprekelijke, het mysterie in het mysterie, dat verborgen blijft en onbereikbaar is, tot in het oneindige, maar de kern is van het bestaan... En van het gedicht. Met recente illustraties van de auteur.

Naar aanleiding van deze publicatie werd een promotiefilm gemaakt ter vervanging van de boekvoorstelling. In deze film gaat Claude van de Berge uitvoerig in op zijn nieuwe bundel, zijn leven als dichter en zijn visie op poëzie. Deze film werd gerealiseerd door Michel Coene. 

Was, of hoe ik mijn huid verloor - Johanna Pas

Door kanker getroffen maakt Johanna Pas in Was, of hoe ik mijn huid verloor de balans op van een leven waarin ze resoluut het recht opeist haar eigen identiteit te bepalen. Tegelijkertijd is ze zich scherp bewust van het gegeven dat dit enkel kon dankzij de plaats en de omstandigheden waarin ze ter wereld kwam, en de mensen die haar omringden.

Was, of hoe ik mijn huid verloor is een strak gecomponeerde bundel. In vier afdelingen leidt de dichter ons langs het zoeken naar een eigen identiteit in een strak opgedeelde binaire maatschappij, de verzoening met en het afscheid van een ouder, de verzoening met een vergankelijk lichaam en het nakend afscheid van de wereld waarin ze strijdt en leeft.

De gedichten zijn helder maar nergens eenduidig: de complexiteit ligt in de thematiek en de raak gekozen beelden. Het schuren van de alledaagsheid wordt verzacht door de natuur, dieren en sprookjes. De genadeloosheid van de samenleving voor al wie anders is wordt getemperd door haar milde blik op elk individu. De pijn van een aangekondigd vertrek wordt verlicht door dankbaarheid voor wat was.

Haar poëzie biedt (h)erkenning, en troost, en is voelbaar ontstaan vanuit een persoonlijke en maatschappelijke noodzaak. Deze bundel is dan ook kenmerkend voor de vrijplaats die Johanna Pas tijdens haar leven voor zichzelf en anderen rondom haar creëerde.

Johanna Pas (1969) is dichter, literair vertaler en eigenaar van de voormalige queer boekhandel Kartonnen Dozen in Antwerpen. Ze vertaalde werk van Kae Tempest, Emma Donoghue en Jonathan Kemp. Activisme is een onlosmakelijk onderdeel van haar leven en werk. Haar gedichten verschenen in verschillende literaire tijdschriften en bloemlezingen en ze publiceerde drie poëtische novellen: Alleen met jou, Soms gaan bomen staande dood en De rug van een hand.

‘Johanna Pas is niet alleen dichter maar ook alchemist; met bezwerende beelden en een meeslepend ritme maakt ze mildheid van woede, troost van pijn, en schoonheid van alles wat lelijk is.’ – Runa Svetlikova

Het alfabet verandert van taal en andere gedichten - Farhad Showghi, vert. Annelie David

De gedichten van Farhad Showghi zweven tussen proza en poëzie. De toon is eenvoudig, zacht, haast slaapwandelend, de poëzie ongewoon. Deze gewaarwording dringt zich op omdat de gedichten duidelijk niet Noordwest-Europees aandoen, mede door het gebruik van Tsjechische woorden uit zijn kindertijd, het Farsi van zijn vader, het moederlijke Duits. Het niet toebehoren tot één taal of een bepaalde plek uit zich in zijn werk doordat hij niet vertrekt vanuit een ik-persoon. Het ik ontstaat pas tijdens het schrijfproces en wordt in zijn teksten voortdurend in twijfel getrokken. Showghi is geïntrigeerd door waarneming, de ervaring van tijd en ruimte, het zien en bewegen. Terugkerende motieven zijn: het raam, de deur, het lopen. Aan de ene zijde is er uitzicht op een stad, aan de andere zijde op berglandschappen. Tussen deze twee polen dwalen de teksten, tussen dichtbij en ver weg. Van de lezer wordt een open houding gevraagd, een hernieuwd kijken en waarnemen als in de periode voor de ontwikkeling van de gesproken taal. Aan al Showghi’s teksten zijn de verbaasde blik en de bijna kinderlijke vreugde af te lezen waarmee het waarnemen naar taal zoekt.

Farhad Showghi (1961) is geboren in Praag. Hij bracht zijn prille kinderjaren door in het Duitse stadje Bad Aibling, Opper-Beieren, een gebied langs de noordrand van de Alpen. In 1966 vertrok zijn vader met hem naar Teheran, aan de voet van de Elboers, een hooggebergte. In 1978 keerde hij als jonge man terug naar Duitsland. Tegenwoordig woont en werkt hij als psychiater en auteur in Hamburg. Deze precieze geografische gegevens zijn niet zonder reden. De berglandschappen spelen een belangrijke rol in Showghi’s poëzie. 

Zijn eerste bundel, Die Sekunde ist eine bewohnbare Provinz (1987), schreef Showghi toen hij 26 was. Daarna volgden nog zeven bundels. Zijn werk werd met meerdere literaire prijzen bekroond. Voor Wolkenflug spielt Zerreißprobe ontving hij in 2018 de prestigieuze Peter-Huchel-prijs. Showghi vertaalde ook Perzische poëzie naar het Duits.

Deze bloemlezing van het werk van Farhad Showghi werd samengesteld en vertaald door Annelie David (1959). David is dichter en vertaalt Duitstalige poëzie, onder meer van Esther Kinsky, Friederike Mayröcker (i.s.m. Lucas Hüsgen), de Hongaars/Duitse Orsolya Kalász en de Turks/Duitse Özlem Özgül Dündar.

Voor mij alleen - Johanna Pas / Lies Colman / Koen Broos

De Belgische Guillaume Lekeu was nauwelijks vierentwintig toen zijn veelbelovende carrière als componist abrupt werd afgebroken door een bizarre dood. In zijn korte leven exploreerde hij de hoogromantische schrijfstijl vanuit een introvert, bijna egocentrisch perspectief – getuige het scriptum ‘Pour moi seul’ (Voor mij alleen) op één van zijn handschriften. Daarin laveerde hij tussen uitbundigheid, melancholie en nauwelijks verholen zwaarmoedigheid.

Lies Colman, Koen Broos en Johanna Pas doken in hun eigen verleden als zoekend kunstenaar, en legden de partituren als blauwdruk op hun eigen werk. Het resultaat werd een collectie waarin ingetogen beschouwingen over leven en niet-leven, extase en melancholie, doorheen muziek, poëzie en fotografie aan elkaar worden geregen. Luisterend naar de muziekuitvoering van Lies Colman en Elise Caluwaerts word je meegezogen in het universum van de makers – een boek voor iedereen alleen.

Lies Colman (1978) is pianiste, performer en onderzoeker. Ze legt connecties tussen het onbekende en het bekende, het traditionele en het innovatieve, realiteit en verbeelding. Hiervoor werkt ze samen met artiesten van uiteenlopende kunstvormen, op zoek naar verrassende kruisbestuivingen en beklijvende kunstwerken.  

Koen Broos (1972) exposeert autonoom werk dat hij verzamelt in genummerde reeksen. Van meet af aan specialiseerde hij zich in schrijversportretten en theaterfotografie en bepaalde hij mee de identiteit van culturele instellingen en andere.

Johanna Pas (1969) is dichter, literair vertaler en boekverkoper. Ze vertaalde onder meer werk van Kae Tempest en Emma Donoghue. Haar gedichten verschenen in verschillende literaire tijdschriften en bloemlezingen en ze publiceerde drie poëtische novellen: Alleen met jou, Soms gaan bomen staande dood en De rug van een hand. Samen met Lies Colman was ze te zien in de Dead Ladies Show #6

Zolang we maar samen kunnen reizen

Zolang we maar samen kunnen reizen is een bloemlezing met dertig gedichten geselecteerd door Het Lezerscollectief, en samen met hen: personen met beginnende en gevorderde dementie. Geen zalvende woorden, maar teksten die ‘ertoe doen’ en daarom helend kunnen zijn, of juist kunnen helpen om woorden te vinden voor het onzegbare, of wat moeilijk bespreekbaar is. Woorden die uitnodigen tot gesprek, tot herkenning van lief(de) en leed.

Peggy Aerts, Mieke Coremans, Eliane De Moor, Greet Jacobs, Sandra Poels en Sonny Smet, onder hen vrijwilligers, mantelzorgers en zorgpersoneel, zijn allen ervaren leesbegeleiders. Samen met Dirk Terryn (Het Lezerscollectief) en Sieglinde Vanhaezebrouck (Poëziecentrum) verzamelden ze juweeltjes uit de Nederlandstalige poëzie. Gedichten die 'voedsel voor de ziel’ zijn: in de leesgroepen gaven deelnemers telkens aan dat net deze teksten een verschil maakten.

Met illustraties van Penelope Deltour.

Architectuur/Peinture - Roger de Neef

Architectuur/Peinture bevat een dubbele cyclus van telkens tien gedichten – zowel in het Nederlands als in het Frans – die Roger de Neef heeft geschreven rond het oeuvre van de inmiddels internationaal bekende schilder Guy Leclercq.

De uitgave van Poëziecentrum bestaat uit twee aparte bundels, die soepel in eenzelfde omslag steken en alleen samen worden aangeboden. De in oplage beperkte uitgave is een hebbeding en oogt als een geschenk. Ze is met uitgepuurde schilderingen van Guy Leclercq verlucht en door beide kunstenaars gesigneerd. De vormgeving is van Thomas Soete uit Gent.

Leclercq bedient zich van een abstraherende en geometrische vormentaal. Zijn scheppingen zitten vol bedrieglijke transparante vlakken, die speels aan de zwaartekracht ontsnappen en naar de stilte van Morandi verwijzen. De raadselachtige en heldere gedichten van De Neef zijn nauwlettend en avontuurlijk maar vormen geen doublures van de schilderijen. Ze ontstonden in nauwe samenspraak met de schilder en zijn werk.

Roger de Neef (1941) was journalist bij Nationaal Persbureau Belga en jazz- en kunstcommentator bij de vroegere BRT-radio 1. Hij heeft, vanaf 1967 tot nu, ruim twintig poëziebundels en enkele essays over beeldende kunsten gepubliceerd. Het hier is een selecte bloemlezing uit zijn oeuvre (1962-2022), voorzien van een eigen voorwoord. De Neef werd herhaaldelijk onderscheiden, onder meer in 1986 met de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie.

Roger de Neef stelt zijn nieuwe boek feestelijk voor op zaterdag 5 november 2022 om 16 uur. Van harte welkom in de Erfgoedbibliotheek Conscience in Antwerpen (Hendrik Conscienceplein 4). Poëziecentrum verzorgt de boekenstand. 

De hartvinger - Paul Demets

Schilder Raoul De Keyser (1930-2012) was ‘de sfinx uit Deinze’. Tussen het begin van het nieuwe millennium en 2005 ontmoette Paul Demets zijn streekgenoot, die  een ‘sfinx’ genoemd werd omdat hij zijn werk het liefst voor zichzelf liet spreken, regelmatig. Het daagde Paul Demets uit om een bundel aan aspecten uit het oeuvre van Raoul De Keyser, vooral aan het observeren en de manier waarop dat een plaats krijgt in het werk, te wijden.
Dit is een bundel over de tussenruimte, in de betekenis die Jacques Derrida er aan gaf: het parergon. Wat naast of buiten het werk valt, is voor Derrida even belangrijk als het werk zelf. De grens tussen verschillende artistieke disciplines, bijvoorbeeld tussen poëzie en beeldende kunst, vervaagt daardoor. Een bundel die getuigt van een zoektocht naar de poëtica’s van een dichter en een schilder, die na vele jaren nu voor het eerst het licht ziet.

Paul Demets is lector in KASK (HoGent), onderwijsdidacticus aan de UGent en poëzierecensent voor onder meer De Standaard. In 2021 publiceerde hij zijn ‘predebuut’ Het web van omtrek (PoëzieCentrum), een bundel waarin elk gedicht verwijst naar een werk van de overleden schilder en inwoner van zijn gemeente Roger Raveel. In het najaar van 2021 publiceerde hij zijn ‘Spilliaertbundel’ De landsheer van de Lethe (PoëzieCentrum), waarvan hij het manuscript in 1997 al voltooide. Eind januari 2022 verscheen de bundel De bijendans bij De Bezige Bij. Bekijk hier een overzicht van alle aanwezige bundels van Paul Demets in de (web)shop van Poëziecentrum.

Deze nieuwe bundel is vanaf 26 oktober verkrijgbaar via de (web)shop van Poëziecentrum voor 21,99 euro.

 

Paul Demets stelt zijn nieuwe bundel feestelijk voor op donderdag 27 oktober 2022. Hij stelt niet alleen zijn bundel voor, maar toont ook de poëziefilm Verfhuid voor de eerste keer. Deze film kwam tot stand in samenwerking met Hooman Jeddy. Een bijzondere hommage aan het werk van Raoul De Keyser. Singer-songwriter Wouter Berlaen zorgt voor muziek. Nadien worden u een glas en een nocturne in Mudel aangeboden en krijgt u de kans om de expo “Leiestreek in woord en beeld” te bezichtigen. Woon deze avond gratis bij in Deinze, in de grote zaal van het Leietheater (Brielstraat 8, 9800 Deinze). We starten om 20 uur. Poëziecentrum is aanwezig met boekenstand. I.s.m. Mudel en Cultuurregio Leie Schelde. Tickets en info: klik hier!

De zon verschrompelt tot een witte dwerg - Chen Yuhong, vert. Silvia Marijnissen

De elegante verzen van de eigenzinnige schrijfster Chen Yuhong lijken een dynamisch en harmonieus samenspel van de complementaire waarden yin en yang: eenvoud wordt moeiteloos afgewisseld met meer hermetische zinnen, de lyrische, zachte toon is onderbouwd door stevige structuren, gevoelens zijn gekanaliseerd door rede, en ze kan tegelijkertijd zwaar en licht overkomen, gedetailleerd en toch gecondenseerd.

Chen Yuhong put voor haar beelden veel uit flora en fauna of een landschap (vaak gelieerd aan haar reizen naar plaatsen als Xinjiang, Japan, Tibet, of haar lange verblijf in Canada). Het zijn tijdloze gedichten vol verstilling, licht, water, maan, liefde en hoop. Via een concrete beschrijving van een vogel, een bloem, of een sterrenregen sijpelt langzaam een hele metafysische, innerlijke wereld binnen – een wereld waarin de zon verschrompelt tot een witte dwerg en waarin de maan mag zweten, een wereld waarin vaak de liefde wordt bezongen maar ook wordt stilgestaan bij grote gebeurtenissen zoals de tsunami bij Fukushima.

De Taiwanese Chen Yuhong (1952) publiceerde haar poëziedebuut relatief laat (in 1996), maar inmiddels behoort ze tot de meest gerenommeerde dichters van het land. Daarnaast publiceerde ze als vertaalster onder meer werk van Sappho, Louise Glück, Margaret Atwood, Carol Ann Duffy, Ann Carson en Elisabeth Bishop. De invloed van die schrijfsters is in haar eigen gedichten duidelijk terug te zien.

Silvia Marijnissen (1970) is vertaalster van Chineestalige literatuur. Ze is co-vertaalster van de 18e-eeuwse klassieker De droom van de rode kamer, vertaalde romans van Nobelprijswinnaar Mo Yan en van Eileen Chang, moderne poëzie van vele dichters uit China en Taiwan, en klassieke landschapspoëzie.

Ontwrichte gedichten - Elvis Peeters

Deze bundel heeft het niet met schoonschrijverij. De wereld kan niet schoongeschreven worden. De lezer van een gedicht is niet de lezer van de krant, van het internetbericht, van de wettekst, van het pamflet of de roman. Op zijn best combineert hij al deze manieren van lezen. Maar de lezer van het gedicht is niet uit op informatie, op een verhaal of een influistering. Het gedicht, dat weten we sinds het einde van de 19e eeuw, wil niet meer of minder dan de ontregeling van alle zinnen. Daar is, sinds het begin van de 21ste eeuw, de politiek in geslaagd – en misschien meer nog, al sinds het einde van de 20ste eeuw, de economie. Welk terrein ligt dan nog braak voor de poëzie?

Elvis Peeters (1957) publiceerde poëzie in de ambigue bundel Wat overblijft is het verlangen (2001) en in de dichtbundels Dichter (2008), Nu (2015), Antithesen (2018) en De wanbidder (2020).

Samen met coauteur Nicole van Bael schrijft hij ook proza en theater. In 2021 verscheen hun novelle Wat alleen wij weten met tekeningen van Charlotte Peys.