Poeziecentrum

Wij werken momenteel haastig aan de mobiele versie van onze vernieuwde website!
U kan de oude website nog raadplegen voor verdere informatie,
of u kan hem bekijken op uw desktop.

Poeziecentrum

Woorden zijn de ogen van de gedachte | De Gedichtenwedstrijd 2023 - Top 100

In de bloemlezing Woorden zijn de ogen van de gedachte staan de 100 beste gedichten van de Nederlandse en Vlaamse inzenders voor De Gedichtenwedstrijd 2023. De titel is afkomstig uit het gedicht ‘Over de heldere gedachte’ van Henriette Roland Holst: ‘Woorden zijn de oogen van de gedachte / en doen ons haar inwendig leven kond; zij ontsluiten haar aard en of er grond / bestaat diens gebrekkigheid te verachten’.

De bundel biedt een verzameling aan stemmen van bekende, onbekende, ervaren én beginnende dichters uit het Nederlandse taalgebied. Zoals elk jaar passeren verscheidene onderwerpen de revue. De winnaar van De Gedichtenwedstrijd ontvangt € 5.000, de tweede prijs bedraagt € 2.500 en de derde prijs € 1.000. Daarnaast krijgen de beste 1000 gedichten vakkundige feedback op hun gedicht. Een (voor)jury van deskundigen uit de kringen van poëzietijdschriften Awater en de Poëziekrant beoordeelt de gedichten anoniem. De hoofdjury beslist over de uiteindelijke winnaar.

Kleine wereld - Mattijs Deraedt

In Kleine wereld volg je Mattijs Deraedt op een poëtische reis door zijn directe omgeving. Hij graaft naar de onzichtbare lagen onder de dingen en ontdekt dat er in het alledaagse mysteries schuilgaan. Op een zintuiglijke manier reflecteert hij over de relatie tussen mens en dier, de voedingsindustrie en leven in de stad. In een taal die mag zingen en kronkelen laat hij verleden en heden in elkaar overvloeien en toont hij dat er in het kleine vaak iets groots te wachten ligt. 

‘Mattijs Deraedt ziet wat jij niet ziet. Vooral in de kleinste dingen, op de normaalste plekken. Waardoor de lezer, bij het lezen van de gedichten, niet alleen een nieuw paar ogen, maar ook een nieuwe, bezielde wereld krijgt.’ – Peter Verhelst

Mattijs Deraedt (1993) is dichter en poëzieredacteur bij het literaire tijdschrift Kluger Hans. Zijn debuutbundel De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan (2020) stond op de shortlist van De Grote Poëzieprijs 2021.

De 44 - Herman de Coninckprijs 2023

Ook in 2023 presenteert de Herman de Coninckprijs De 44: een wonderschone, buitengewone, allesbehalve monotone, ontroerende en opgewekte, simpelweg perfecte poëtische bloemlezing.

Op 21 maart 2023 (Wereldpoëziedag) wordt de bloemlezing van de Herman de Coninckprijs 2023 voorgesteld, de vierde editie van deze reeks. De 44 is een bloemlezing met de beste gedichten uit de ingezonden bundels van de Herman de Coninckprijs van dat jaar. Elk jaar een nieuwe inkijk in de Nederlandstalige poëzie. Iedere bloemlezing heeft een getal nodig. Deze bloemlezing geeft 44 gedichten prijs, ook op de cover prijkt 44: het geboortejaar van Herman de Coninck.

De bloemlezing wordt samengesteld door de jury van de Herman de Coninckprijs 2023: Uschi Cop, Mojdeh Feili, Kristien Hemmerechts (voorzitter), Sophie Kok en Wim Opbrouck. De bloemlezing komt tot stand in een samenwerking tussen Behoud de Begeerte en Poëziecentrum vzw.

De wereldvrede - Lucas Hüsgen

In 2020 had de dichter een goed aantal gedichten bij elkaar. ‘Welke titel geef ik daar eens aan? Laat ik er De wereldvrede van maken. Heb ik meteen een titelgedicht, en heel onbelangrijk is een dergelijk verlangen niet voor de poëzie, al is succes niet gegarandeerd.’ Dat heeft hij in 2022 geweten. Let wel: zonder lijntje naar het Kremlin. 

Ter opluistering van de algehele vrolijkheid opent de bundel ook nog eens met een lang en veelvormig gedicht onder de titel ‘Huis der verbrandingen’. Dat probeert zich onder meer ietwat te verstaan met de natuurkundige wetmatigheid der entropie, grof gezegd: elke energieopwekking (dus ook die in je eigen lichaam) levert een of andere vorm van rotzooi op. Lekker stabiel, zo’n brandend huis; de woorden alras poging tot omgang met ‘de chaotische krachtmeting / van onze eigen gestalten met de wereld.’

Zo handelt De wereldvrede in zijn geheel van verlangens, onbereikbaarheden, afdwalingen, ecologische, maatschappelijke, persoonlijke verwarringen. Zou zoiets ook gelden voor de wereldvrede zelf, luidt allicht de angstige vraag. Om het een beetje draaglijk te houden, is er – naast monterheid en ironie, en dan: hoe erg is zulk dwalen eigenlijk? – ook muziek. Niet alleen een gedicht op het werk van componist Salvatore Sciarrino, maar zeker ook de reeks ‘Dolphynarium XL’ met titels die verwijzen naar oorspronkelijke composities van jazzmuzikant Eric Dolphy.

Lucas Hüsgen (1960) debuteerde in 1992 met het prozawerk Zeehond in wormgat. Een requiem voor één stem. Poëzie en proza van hem werden sindsdien genomineerd dan wel gelonglist voor de C. Buddingh’-prijs 1994, de Ida Gerhardt-prijs 2006, de Libris Literatuur Prijs 2008, de Gouden Uil 2008. Voor het essayistische Nazi te Venlo ontving hij de J. Greshoff-prijs 2012. In 2016 verscheen het fotoboek Biotoop Bahnhof. Samen met Annelie David leverde hij in 2020 Sensorium etc., een bloemlezing uit de poëzie van Friederike Mayröcker.

Canon van de Nederlandse poëzie - Paul Claes

Deze nieuwe bloemlezing van de Nederlandse poëzie bestaat uit honderd gedichten die gegrift staan in ons collectieve geheugen. Dit boek is twee boeken in één: een canon en een commentaar. Als canon is het een exemplarische bloemlezing, als commentaar een kritische lezing van gedichten uit de Lage Landen. Het commentaar is niet bedoeld om het leesplezier te bederven, maar om het te verdiepen. De toelichting combineert oud en nieuw: bevindingen van voorgangers en eigen vondsten van de auteur. Voor leken biedt deze bloemlezing een eerste houvast, voor liefhebbers een betrouwbare leidraad, voor kenners een nieuwe kijk op de oude canon.

Dichter, romancier, essayist, vertaler en bloemlezer Paul Claes (1943) is een van de vruchtbaarste en veelzijdigste auteurs van de Lage Landen. Hij promoveerde tot doctor in de letteren met een proefschrift over Hugo Claus en doceerde aan de universiteiten van Nijmegen en Leuven.

‘Claes ontpopte zich tot Mister Canon met zijn ‘Lyriek van de Lage Landen’ waarin hij 1000 jaar Nederlandstalige poëziegeschiedenis voorbeeldig becommentarieert’ – Frank Hellemans

Het paard van mijn vader - Jozef Deleu

In het najaar van 2020 nam Jozef Deleu de 70e Arkprijs van het Vrije Woord in ontvangst. Uit het juryverslag: “Wars van alle politieke beïnvloeding en autoritair populisme bevordert, verdedigt en verspreidt Deleu al ruim zestig jaar taal en cultuur van de Lage Landen. Zijn verdiensten op het vlak van taal en cultuur zijn ongeëvenaard."

‘Schrijven is in de traditionele Chinese miniatuurkunst het schilderen van gedachten. En dat is het wat Deleu ook doet: zonder een woord nodeloos te morsen.’ – De Standaard

Jozef Deleu (1937) is dichter, prozaïst, essayist en bloemlezer van o.m. Nieuw Groot Verzenboek. In 2003 stichtte hij Het Liegend Konijn, tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie. Hij is er de enige redacteur van. Hij is ook stichter en gewezen hoofdredacteur van de tijdschriften Ons Erfdeel en het Franstalige Septentrion (1957-2002). In 2019 verschenen zijn verzamelde gedichten onder de titel Ondoorgrond. Gedichten 1963-2019. Bij Poëziecentrum verscheen eerder ook Geluiden voor de laatste dag (2021).

Als ijzer zo stil - Zheng Xiaoqiong, vert. Silvia Marijnissen

IJzer is waarschijnlijk het beeld waarmee de poëzie van Zheng Xiaoqiong het meeste is geassocieerd. Dat harde, koude, scherpe en vaak geroeste ijzer vertegenwoordigt de mechanisatie van de maatschappij. Haar gedichten, met sterke tegenstellingen, personificaties en afgebroken zinssneden, laten zien hoe de mens zelf door de industrialisatie tot een onderdeel van de machinerie wordt gemaakt: naamloos, een nummer aan een lopende band, zonder rechten.

Tegenover die ontmenselijking stelt Zheng, veelal via natuurlijke elementen, de onzekerheid, fragmentatie, ontwrichting en kwetsbaarheid van de mens, die door de omstandigheden (lange werkdagen, herhaling van dezelfde beweging, giftige stoffen) lijden aan chronische vermoeidheid, ernstige beroepsziektes, heimwee – ze verkeren in een hopeloze situatie. Zowel lichamelijk als geestelijk wordt de mens door het ijzer vermorzeld tot hij zelf als het ware gevoelloos ijzer wordt, want wie wil overleven in die wereld mag niet kwetsbaar zijn.

Zheng Xiaoqiong (1980) trok in 2001 naar Dongguan, een van de grote industriecentra in Zuid-China, in de hoop op een beter leven. Ze werkte er in verschillende fabrieken en begon daar gedichten over te schrijven. Met dat indringende werk groeide Zheng uit tot een icoon: ze publiceerde zo’n tien dichtbundels, won vele prijzen en is in vele talen vertaald. In 2019 was ze te gast op het Rotterdam Poetry International Festival.

Silvia Marijnissen (1970) is vertaalster van Chineestalige literatuur. Ze vertaalde romans van Nobelprijswinnaar Mo Yan en van Eileen Chang, moderne poëzie van vele dichters uit China en Taiwan, en klassieke landschapspoëzie. Samen met Anne Sytske Keijser en Mark Leenhouts vertaalde ze de 18-eeuwse klassieker De droom van de rode kamer, waarvoor ze de Filter-vertaalprijs kregen.

De witte zon van de dood - Claude van de Berge

Verlangt poëzie een verklaring? Beelden en metaforen zeggen alles wat gezegd moet worden, maar toch blijft daarna de vraag: Wat zeggen ze?

In De witte zon van de dood plaatst Claude van de Berge de vraag van bestaan en niet bestaan binnen de Einsteiniaanse wet van het behoud van energie: energie is eeuwig, de mens is energie, dus is de mens eeuwig. Als energie eeuwig is, bestond ze voor het ontstaan van het universum, voor het ontstaan van de miljarden andere universa. Het raadsel van het bestaande en het niet-bestaande vormt een antropokosmische eenheid, de eenheid die de mysticus Rumi ‘het oneindige van de schoonheid noemde’ en in deze gedichten het centrale thema is. De ritmen wekken de indruk van een sprekende stem, maar tegelijk streeft hij een sacraliserende, liturgische taal na, om ook het hogere, het sublieme, uit te drukken.

Verhalende gedichten wisselen met filosofische, bespiegelende of bezwerende teksten. Een taal die door de melodische spanningsbogen de woorden opent voor het onuitsprekelijke, het mysterie in het mysterie, dat verborgen blijft en onbereikbaar is, tot in het oneindige, maar de kern is van het bestaan... En van het gedicht. Met recente illustraties van de auteur.

Naar aanleiding van deze publicatie werd een promotiefilm gemaakt ter vervanging van de boekvoorstelling. In deze film gaat Claude van de Berge uitvoerig in op zijn nieuwe bundel, zijn leven als dichter en zijn visie op poëzie. Deze film werd gerealiseerd door Michel Coene. 

Was, of hoe ik mijn huid verloor - Johanna Pas

Door kanker getroffen maakt Johanna Pas in Was, of hoe ik mijn huid verloor de balans op van een leven waarin ze resoluut het recht opeist haar eigen identiteit te bepalen. Tegelijkertijd is ze zich scherp bewust van het gegeven dat dit enkel kon dankzij de plaats en de omstandigheden waarin ze ter wereld kwam, en de mensen die haar omringden.

Was, of hoe ik mijn huid verloor is een strak gecomponeerde bundel. In vier afdelingen leidt de dichter ons langs het zoeken naar een eigen identiteit in een strak opgedeelde binaire maatschappij, de verzoening met en het afscheid van een ouder, de verzoening met een vergankelijk lichaam en het nakend afscheid van de wereld waarin ze strijdt en leeft.

De gedichten zijn helder maar nergens eenduidig: de complexiteit ligt in de thematiek en de raak gekozen beelden. Het schuren van de alledaagsheid wordt verzacht door de natuur, dieren en sprookjes. De genadeloosheid van de samenleving voor al wie anders is wordt getemperd door haar milde blik op elk individu. De pijn van een aangekondigd vertrek wordt verlicht door dankbaarheid voor wat was.

Haar poëzie biedt (h)erkenning, en troost, en is voelbaar ontstaan vanuit een persoonlijke en maatschappelijke noodzaak. Deze bundel is dan ook kenmerkend voor de vrijplaats die Johanna Pas tijdens haar leven voor zichzelf en anderen rondom haar creëerde.

Johanna Pas (1969) is dichter, literair vertaler en eigenaar van de voormalige queer boekhandel Kartonnen Dozen in Antwerpen. Ze vertaalde werk van Kae Tempest, Emma Donoghue en Jonathan Kemp. Activisme is een onlosmakelijk onderdeel van haar leven en werk. Haar gedichten verschenen in verschillende literaire tijdschriften en bloemlezingen en ze publiceerde drie poëtische novellen: Alleen met jou, Soms gaan bomen staande dood en De rug van een hand.

‘Johanna Pas is niet alleen dichter maar ook alchemist; met bezwerende beelden en een meeslepend ritme maakt ze mildheid van woede, troost van pijn, en schoonheid van alles wat lelijk is.’ – Runa Svetlikova

Het alfabet verandert van taal en andere gedichten - Farhad Showghi, vert. Annelie David

De gedichten van Farhad Showghi zweven tussen proza en poëzie. De toon is eenvoudig, zacht, haast slaapwandelend, de poëzie ongewoon. Deze gewaarwording dringt zich op omdat de gedichten duidelijk niet Noordwest-Europees aandoen, mede door het gebruik van Tsjechische woorden uit zijn kindertijd, het Farsi van zijn vader, het moederlijke Duits. Het niet toebehoren tot één taal of een bepaalde plek uit zich in zijn werk doordat hij niet vertrekt vanuit een ik-persoon. Het ik ontstaat pas tijdens het schrijfproces en wordt in zijn teksten voortdurend in twijfel getrokken. Showghi is geïntrigeerd door waarneming, de ervaring van tijd en ruimte, het zien en bewegen. Terugkerende motieven zijn: het raam, de deur, het lopen. Aan de ene zijde is er uitzicht op een stad, aan de andere zijde op berglandschappen. Tussen deze twee polen dwalen de teksten, tussen dichtbij en ver weg. Van de lezer wordt een open houding gevraagd, een hernieuwd kijken en waarnemen als in de periode voor de ontwikkeling van de gesproken taal. Aan al Showghi’s teksten zijn de verbaasde blik en de bijna kinderlijke vreugde af te lezen waarmee het waarnemen naar taal zoekt.

Farhad Showghi (1961) is geboren in Praag. Hij bracht zijn prille kinderjaren door in het Duitse stadje Bad Aibling, Opper-Beieren, een gebied langs de noordrand van de Alpen. In 1966 vertrok zijn vader met hem naar Teheran, aan de voet van de Elboers, een hooggebergte. In 1978 keerde hij als jonge man terug naar Duitsland. Tegenwoordig woont en werkt hij als psychiater en auteur in Hamburg. Deze precieze geografische gegevens zijn niet zonder reden. De berglandschappen spelen een belangrijke rol in Showghi’s poëzie. 

Zijn eerste bundel, Die Sekunde ist eine bewohnbare Provinz (1987), schreef Showghi toen hij 26 was. Daarna volgden nog zeven bundels. Zijn werk werd met meerdere literaire prijzen bekroond. Voor Wolkenflug spielt Zerreißprobe ontving hij in 2018 de prestigieuze Peter-Huchel-prijs. Showghi vertaalde ook Perzische poëzie naar het Duits.

Deze bloemlezing van het werk van Farhad Showghi werd samengesteld en vertaald door Annelie David (1959). David is dichter en vertaalt Duitstalige poëzie, onder meer van Esther Kinsky, Friederike Mayröcker (i.s.m. Lucas Hüsgen), de Hongaars/Duitse Orsolya Kalász en de Turks/Duitse Özlem Özgül Dündar.