Een eeuwig eind - Marcel Obiak

De jongste dichtbundel van Marcel Obiak heet Een eeuwig eind. De titel geldt zowel voor het eerste deel, als voor het geheel van de bundel.
Van Dale noemt een zaak waaraan geen einde schijnt te komen “een eeuwig eind”.
De dichter leidt de lezer naar een schijnbaar eeuwigdurend en nog onbereisd gebied. Maar de doodsgedachte kruidt het extatische beleven. Het tweede deel herinnert aan het lectisternium, het godenmaal in het Antieke Rome, waarbij de goden in de vorm van poppen op rustbedden (lectus) aanlagen (sternere), wanneer er rampen dreigden.

Het derde deel is gewijd aan Vincent van Gogh. Het is zowel lyrisch als verhalend: de ik-vorm is aan Van Gogh zelf voorbehouden, maar tegelijk wordt een reeks makkelijk herkenbare schilderijen geanalyseerd. De tragische gang naar de waanzin wordt chronologisch opgeroepen.

Marcel Obiak, pseudoniem voor Marcel Debroey (Buvingen, 1936), is schilder en dichter. Hij studeerde aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Kunstonderwijs te Hasselt en was er van 1962 tot 1998 leraar.
Zijn literair debuut werd bekroond met de Prijs van de Provincie Limburg in 1960 en met de Hendrik van Veldeke-prijs in 1961.
Hij was achtereenvolgens redactielid van De Tafelronde, Impuls en Vlaanderen.
Van 1973 tot 1977 was hij lid van het Comité voor de Vlaamse Poëziedagen.
Gedichten van hem werden opgenomen in een twaalftal bloemlezingen. Hij vertaalde Barbey d’Aurevilly en schreef een essay over Bruegels Dulle Griet.

Obiak publiceerde de dichtbundels Kontrasten (Colibrant, 1959), Myriorama (Colibrant,1962), Fazen (Colibrant, 1969), Suite (P.E.P., 1980) en Landschap met klankbodem (Poëziecentrum, 1990).
 

Auteur/samenstellerMarcel ObiakJaar2008Pagina's64Prijs17,50ISBN9789056551438Typesoft cover

Specificaties

Publicatiedatum:

Categorie: Nederlandstalige poëzie