Dichter, poëziepromotor en oud-medewerker Poëziekrant Remco Ekkers onverwacht overleden

Eind vorige week overleed Remco Ekkers onverwacht op 79-jarige leeftijd in zijn woonplaats Zuidhorn. Van 1981 tot 2016 maakte Remco Ekkers deel uit van de redactie van Poëziekrant.

 

Remco Ekkers debuteerde als dichter met de bundel Buurman in 1979. Na dat debuut volgden nog een tiental bundels bij reguliere en bibliofiele uitgeverijen. Voor de bundel Voorbij de grens (2012) kreeg hij de Hofvijver Poëzieprijs. Recent verscheen nog de bundel Hop over de sofa (De Kleine Uil)

Ekkers schreef niet enkel voor volwassenen. In 1984 debuteerde hij met de bundel kindergedichten Haringen in de sneeuw, waarvoor hij meteen bekroond werd met een Zilveren Griffel. Dat was tevens de eerste keer dat een dichtbundel bekroond werd met een Zilveren Griffel. Na die eerste bundel kindergedichten volgden er nog acht andere.

Hij was niet alleen zelf dichter, maar hij was ook een onvermoeibaar poëziepromotor. Sinds 1981 maakte Remco Ekkers deel uit van de redactie van Poëziekrant en dat 35 jaar lang tot 2016. In die periode interviewde hij tal van dichters en recenseerde hij zowel bundels voor volwassenen als voor kinderen. Er verscheen een indrukwekkend aantal van 378 bijdragen van zijn hand in Poëziekrant.

Ekkers tijdschrift-activiteiten beperkten zich echter niet tot Poëziekrant. Hij werkte ook mee aan De Gids, Maatstaf, Tirade, Bzzlletin, De Revisor en Hollands Maandblad en ook voor De Leeuwarder Courant schreef hij tien jaar lang recensies. Hij schreef ook bijdragen voor het Lexicon voor jeugdliteratuur en voor het Kritisch Lexicon van de Nederlandse Literatuur.

Als onvermoeibaar poëziepromotor organiseerde hij tien jaar lang het literair festival Dolersheem in de provincie Groningen. Hij was als (mede-)organisator ook betrokken bij het festival Herfstschrift, Winterschrift, Lenteschrift, Zomerschrift en hij was een van de initiatiefnemers van het project Poëzie op sokkels. Als poëziedocent verzorgde hij jarenlang poëziecursussen aan de Groninger Schrijversvakschool en aan het  Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum (het huidige Tresoar).

[…]

Ik zal niet zijn die ik was
als de dood mij leegdroomt

en tot de laatste leden stijft.
Maar dit verwart mij het meest:
het oog dat nu leest, zag
nooit de hand die nu schrijft

Uit: De vrouw van zwaarden, 1989