Verlangt poëzie een verklaring? Beelden en metaforen zeggen alles wat gezegd moet worden, maar toch blijft daarna de vraag: Wat zeggen ze?
In De witte zon van de dood plaatst Claude van de Berge de vraag van bestaan en niet bestaan binnen de Einsteiniaanse wet van het behoud van energie: energie is eeuwig, de mens is energie, dus is de mens eeuwig. Als energie eeuwig is, bestond ze voor het ontstaan van het universum, voor het ontstaan van de miljarden andere universa. Het raadsel van het bestaande en het niet-bestaande vormt een antropokosmische eenheid, de eenheid die de mysticus Rumi ‘het oneindige van de schoonheid noemde’ en in deze gedichten het centrale thema is. De ritmen wekken de indruk van een sprekende stem, maar tegelijk streeft hij een sacraliserende, liturgische taal na, om ook het hogere, het sublieme, uit te drukken.
Verhalende gedichten wisselen met filosofische, bespiegelende of bezwerende teksten. Een taal die door de melodische spanningsbogen de woorden opent voor het onuitsprekelijke, het mysterie in het mysterie, dat verborgen blijft en onbereikbaar is, tot in het oneindige, maar de kern is van het bestaan... En van het gedicht. Met recente illustraties van de auteur.
Naar aanleiding van deze publicatie werd een promotiefilm gemaakt ter vervanging van de boekvoorstelling. In deze film gaat Claude van de Berge uitvoerig in op zijn nieuwe bundel, zijn leven als dichter en zijn visie op poëzie. Deze film werd gerealiseerd door Michel Coene.