Wij werken momenteel haastig aan de mobiele versie van onze vernieuwde website!
U kan de oude website nog raadplegen voor verdere informatie,
of u kan hem bekijken op uw desktop.
De vijf bundels die Jan H. Mysjkin sinds zijn debuut Vormbeeldige gedichten (1985) heeft gepubliceerd zijn niet te vatten binnen de literaire coördinaten van de Lage Landen. Zijn poëzie is resoluut internationaal - daarvan levert deze meertalige bundel het bewijs. Voor mijn ogen ligt het zwijgen is de eerste etappe uit een reis door de wereld en de woorden. De dichter scheept in op een surreële pakketboot waar iets altijd iets anders blijkt te zijn.
In de zomer van 1990 was Willie Verhegghe in de Tour de France de gast van de Lotto-wielerploeg, het werd voor deze dichter tussen renners als Johan Museeuw en Johan Bruyneel een heel apart avontuur dat trouwens helemaal in de lijn lag van zijn drie jaar eerder verschenen en druk gerecenseerde bundel met wielergedichten Peyresourde, poëzie waarmee hij een stevige bijdrage leverde tot de ongewone popularisering van het lyrisch bedrijf, Verhegghe bereikte met deze wielergedichten immers een groep lezers die normaal gezien nooit een gedicht lezen. Eén jaar na zijn Tour-avontuur publiceerde hij er een lyrisch verslag over in de met eigen foto's geïllustreerde bundel Woud van wielen.
Voor wie het wil zien, is het leven doordrenkt van poëzie, zoals ook de poëzie doordrenkt is van het leven. Charles Ducal opent zijn essay met een levensverhaal vol poëzie, van de gemeentelijke jongensschool tot het sterfbed. Alle poëzie dateert van vandaag, beweert hij, Sybren Polet citerend, en om dat te illustreren strooit hij doorheen zijn essay verzen uit van P.C. Hooft over Guido Gezelle en Lucebert tot Els Moors. Wat Ducal daarbij bezighoudt, is het imago van onbegrijpelijkheid dat poëzie in veler ogen aankleeft. Volgens hem zegt het meer over die ogen en de wijze waarop ze lezen dan over de poëzie.
De dichter moet alle geijkte begrippen bestrijden.
Willem M. Roggeman - Poëziekrant, 1985
Het platvloerse is een pendant van mijn zeer subtiele metafysische vluchten.
Hugo Claus
De eeuwigheid zwijgt in alle talen. Alleen de vorm kan een stukje verbruikbare tijdeloosheid veroveren.
Henri-Floris Jespers - Poëziekrant, 1982
Dichten is denken met hart en hoofd.
Rik Torfs
Goede poëzie doet de tijd stollen
- Campuskrant KULeuven - 25 mei 2016
Jens Meijen - Jonge Dichter des Vaderlands (België)
Iedereen heeft natuurlijk gevoelens en ideeën, een dichter is geen speciaal soort veldsalade die op een andere manier gevoelens zou hebben of hikken.
Roger M.J. de Neef - Poëziekrant, 1986
Het kunstwerk of gedicht is niet het resultaat van een influistering, eerder een antwoord op het uitblijven daarvan.
Henk van der Waal - Poëziekrant, 2004
Je schrijft niet los van de wereld. Mijn uitgangspunt is dat je de schrijftafel splinter na splinter moet afbreken, zodanig dat je alleen nog kan schrijven op de rug van het leven.
Gwij Mandelinck - Poëziekrant, 1986
De zuivere lyriek is altijd plagiaat, alleen in eigen leven kan men leren het woord te scheiden van het vlees.
Charles Ducal
Met mijn gedichten communiceer ik de perikelen van de communicatie.